Taiji Quan

Bij Long Feng Taiji geven we les in Taiji Quan voor de gezondheid (yin-aspect) en Taiji Ziwei als zelfverdediging (yang-aspect). Op deze pagina vindt je meer informatie over Taiji in het algemeen.

Inleiding

Wat is Taiji?

Tàijí is een woord wat een enorme lading dekt. Tài betekent het grootste en Jí betekent ultieme. Dus Tàijí betekent het grootst ultieme en heeft alles te maken met Yin en Yang.
Quan betekent vuist. Dus Taiji Quan is zelfverdeding volgens de principes van Taiji - Yin en Yang.

Populair spreken we vaak over Taiji zonder een achtervoegsel. Eigenlijk weten we dan niet wat er exact wordt bedoeld, maar in het algemeen gaat men er van uit dat je het dan hebt over Taiji Quan.
Andere voorbeelden zijn:

  • Taiji Quan - Quan betekent vuist en het gaat hier om de handvorm
  • Taiji Dao - Dao betekent mes, sabel en het gaat hier om de sabel wapenvorm
  • Taiji Jian - Jian betekent zwaard en het gaat hier om de zwaard wapenvorm
  • Taiji Dui Quan - is de partnervorm met vuisten. D.w.z. de lege hand partnervorm die je met twee personen uitvoerd. Dit is een hoog niveau van Taiji Quan

De principes van Yin en Yang, de vijf elementen en de acht trigrammen (Yi Jing, I Ching) zijn essentieel voor het correct beoefenen van Tàijí. Deze principes zijn vele duizenden jaren oud en worden tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt.

In de "Taiji klassieken", een soort handboek, is veel kennis in de vorm van gedichten vastgelegd. Tot op vandaag worden nog steeds nieuwe principes ontcijferd en opnieuw vertaald.
Tàijí kent een aantal basisstijlen. De bekendste zijn:

  • Chenstijl
  • Yangstijl
  • Wustijl
  • Sunstijl

De namen van de stijlen zijn familienamen. Uiteraard zijn er meer stijlen dan de vier genoemde, maar dit zijn de bekendste.
Ook heeft iedere stijl zijn eigen wapenvormen zoals bijvoorbeeld: zwaard, sabel, waaier, mes, stok en speer, alsmede gevechtsapplicaties en pushing hands (tui shuo).

Historie

Als de grondlegger van Tàijíquán wordt Chang San-Feng gezien. Chang San-Feng heeft rond 1300 na Christus in het Wudang gebergte in China, Qi Gong, meditatie en Shaolin Kungfu samengevoegd tot een nieuwe vechtkunst.

Veel monniken hebben deze vechtkunst in die tijd bij hem geleerd.

Gevechtstechnieken waren in die tijd van oorlogen belangrijk om te overleven. Veel families hadden hun eigen vechtspecialiteiten die uiteraard zeer geheim waren.

De Chen familie uit Hunan wordt gezien als de bron van het Tàijí(quán) zoals we die nu kennen. Via via is het van Chang San-Feng bij de Chen familie terecht gekomen. Zie "familieboom" hieronder voor de verdere ontwikkeling van Tàijíquán.
Iedere familiestijl heeft haar eigen karakteristieke bewegingen.

 

Omdat bij ons les wordt gegeven in de Yangstijl 43 vormen en de daarbij behorende wapenvormen, gaan we iets verder in op de geestelijke vaders van deze stijl en mensen die een belangrijke invloed op haar ontwikkeling hebben gehad.

Yang Lu-Chan (1799 - 1872, zie foto rechts) is de geestelijke vader van de Yangstijl. Hij heeft Tàijíquán geleerd van de Chen familie. grootmeester Yang was zeer goed. Hij heette daarom ook "Yang de onoverwinnelijke".
De kleinzoon van Yang Lu-Chan is de bekende grootmeester Yang Cheng-Fu (1883 - 1936, zie foto rechts). Hij is de grondlegger van de Yang-stijl zoals we die nu eigenlijk kennen. Door zijn vriendelijke karakter had hij veel leerlingen.

Yang Cheng-Fu heeft Tàijíquán zo opgezet dat het nog meer de gezondheid ten goede komt. In die tijd was het heel belangrijk voor China om het volk weer gezond te maken na jaren lange onderdrukking van verschillende buitenlandse overheersers. Ook was het in het openbaar beoefenen van een vechtkunst verboden.
Bijna alle Yang-stijlen zijn afgeleid van de stijl van Yang Cheng-Fu. Veel van Yang Cheng-Fu's leerlingen hebben zelf toevoegingen/wijzigingen uitgevoerd en zo hun eigen "Yang"-stijl samengesteld.
Een Yangstijl hoeft niet altijd geheel een Yangstijl te zijn. Bijvoorbeeld de Yangstijl 48 vormen (competitievorm) is in 1976 samengesteld. Deze Yangstijl bevat ook elementen van de Chen-, Wu- en Sunstijl.

Meester Jiang Yu Kun, werd in 1913 in Hangzhou (provincie Zhejiang) geboren en overleed in 1981. Op zevenjarige leeftijd begon hij onder leiding van zijn oom met de Wushu training.
In de dertiger jaren leerde hij Yangstijl van Yang Cheng-Fu die op dat moment les gaf aan het Wushu instituut van de provincie Zhejiang.
Jiang Yu Kun slaagde voor het toelatingsexamen van het Nanjing China Central Wushu instituut waar hij naast Tàijíquán ook Baqua en Xingyi Quan van Jiang Rong Qiao en Huang Bo Nian leerde.
In deze tijd leerde hij vele aspecten van het Wushu, waar onder de Kunst van het Wudang-zwaard van Huang Yuan Xia.

Omdat Jiang Yu Kun zeer hard en veel oefende won hij vaak: in 1930 werd hij kampioen van Zhejiang, in 1933 scoorde hij het hoogste bij het eindexamen van het Nanjing China Central Wushu instituut, in 1948 won hij de nationale sportprijs, in 1956 ontving hij twee eerste prijzen tijdens de nationale Wushu wedstrijd en in 1975 werd hij uitgenodigd om de rol van nationale Wushu trainer over te nemen.

Jiang Yu Kun beheersde veel aspecten van de interne kunst, maar vooral Da Jia (Large Frame) en Xiao Jia (Small Frame) van de Yang-stijl, Taiji Jian (zwaard) en de beroemde Wudang zwaardkunst.

Jiang Yu Kun was zeer selectief voor wat betreft zijn leerlingen. Als je in zijn oog niet de juiste lichaamsbouw of niet de vereiste inspanning zou kunnen leveren, dan werd je niet toegelaten als leerling. Hij stelde ook hoge eisen aan zichzelf, hetgeen je ook weer terug ziet in de Yangstijl 43 vormen.

De traditionele Yangstijl 43 vormen is een van de ervenissen van grootmeester Yang Cheng Fu. Meester Jiang Yu Kun heeft deze stijl gelukkig doorgegeven aan zijn studenten. De Yangstijl 43 vormen heeft hoge en diepe standen, mooie ronde en krachtige bewegingen met veel detail. Meester Jiang Yu Kun vertelde vaak dat hij deze stijl min of meer heeft samengesteld. Echter, meester Tang Wei vertelde dat eigenlijk grootmeester Yang Cheng Fu het enekel jaren voor zijn dood heeft gemaakt. Veel van zijn kennis en vaardigheden vind je weer terug in de stijl. Dit geldt tevens voor de zwaardvorm, de sabelvorm en de speervorm.
Eens heeft Jiang Yu Kun alles beschreven en foto's laten maken van zijn standen. Daar is de fotograaf mee aan de haal gegaan en meester Jiang heeft er nooit meer iets van gehoord (In Hong Kong is de sabelvorm veel later in een klein boekje opgedoken).
Meester Jiang is daar zo door teleurgesteld geraakt, dat hij daarna slechts sporadisch geschreven informatie vrij gaf.

Nog steeds geven enkele van zijn leerlingen les in zijn stijl. Meester Tang Wei in Nederland en de zoon van meester Jiang in Australië.

Onze docenten hebben de traditionele Yangstijl 43 vormen, inclusief push hands, da lu, wapensets, etc. geleerd van meester Tang Wei (foto rechts).
Meester Tang Wei heeft lang en intensief gestudeerd bij meester Jiang Yu Kun en beheerst meerdere stijlen Tàijíquán inclusief alle wapensets en push hands.

Meester Tang Wei (1933), afkomstig uit Nanjing China, geeft reeds meer dan 10 jaar les in Nederland in Tàijíquán en Qi Gong.
In China was meester Tang als trainer verbonden aan de Nanjing Martial Arts Association. Reeds op zevenjarige leeftijd begon hij onder leiding van diverse beroemde leermeesters de martiale kunsten te beoefenen.
Zo beheerst hij o.a.: 4 stijlen Shaolin Kung-Fu, 5 stijlen Xing-Yi Quan (van meester Sha Guo Zheng), 5 stijlen Ba-Gua Quan, 4 stijlen Tàijíquán met bijbehorende wapensets (zwaard, sabel, speer en stok), pushing hands, inclusief de lange tweemansvorm, verschillende Qi Gong vormen (Chinese gezondheids-oefeningen), An-Mo en Tui-Na (Chinese acupressuur massage).

Meester Tang Wei is in de derde generatie een directe leerling van de legendarische grootmeester Yang Cheng Fu (1883-1936), de grondlegger van de moderne Yang-stijl.
Al meer dan 40 jaar geeft meester Tang onderricht aan enkele duizenden studenten in China en Europa. Hij behaalde in 1996 een 2e plaats bij de wereldkampioenschappen in Spanje en in 1997 en zeer hoog cijfer (9.8) tijdens de Internationale kampioenschappen in China.

 

Competitievormen
Er zijn ook competitievormen en vereenvoudigde vormen van Tàijíquán.
Veel beoefende competitievormen zijn die van de Chenstijl en de Yangstijl.
Deze vormen zijn begin negentiger jaren speciaal ontworpen voor competities zodat iedere deelnemer hetzelfde laat zien. Dit maakt het voor de jury eenvoudiger om vast te stellen wie de vorm het beste en het mooiste uitvoert. Bij traditionele stijlen is dit niet mogelijk omdat de juryleden vaak niet op de hoogte zijn van de verschillen tussen de stijlen.
Bij competitiestijlen gaat het niet zo zeer om het gevechtsaspect of gezondheidsaspect. Het is meer een atletische prestatie waarbij lenigheid, gevoel voor ritme en dans een grote rol spelen.
Een andere bekende vorm, de Yangstijl 24 vormen, ook wel simplified Yangstijl, Pekingvorm of korte vorm genoemd, is niet direct bedoeld voor competities. De Yangstijl 24 vormen is in 1956 speciaal samengesteld om het Chinese volk (de ouderen) weer gezond te maken. De bewegingen zijn eenvoudig en vereisen niet veel inspanning.
De traditionele Yangstijl 43 vormen die bij Long Feng Taiji wordt gegeven daar en tegen is iets moeilijker en complexer. Het doet zeker niet onder t.o.v. de moderne competitiestijlen. De Yangstijl 43 vormen bevat veel originele aspecten met grote diepgang en detail. Iets meer prikkeling van lichaam en geest kan geen kwaad is onze mening.
Daarnaast vinden wij het belangrijk de traditionele vechtkunsten te behouden die in deze wereld van snel, met weinig inspanning, competitie en weinig diepgang verloren dreigen te gaan.

Meer informatie

Meer informatie vind je op onze Achtergrond & Studie pagina.

 

Hŭ - Tijger
door Jean Chin


© 1997 - 2005 LFRI, all rights reserved