Categorie: Tàijí
Titel: Over Waarom gevechtsapplicaties.
Door Kris Oosting
Deze vraag wordt regelmatig gesteld. En het antwoord is vrij eenvoudig ... hopen we ;-)
1. Taiji is op de
eerste plaats een vechtkunst.
Op de tweede plaats heeft
het ook een positieve uitwerking op de gezondheid.
Wanneer gezondheid
duidelijk op een dikke eerste plaats bij je staat, kun je beter
Qigong beoefenen. Dit geeft sneller resultaat en Qigong heeft ook
korte oefeningen. De Taiji vorm die wij doen duurt tussen de 12 en 14
minuten. Daarbij komt nog dat je het zeker 3 maal per dag moet doen
wil je een sterke uitwerking op je gezondheid bewerkstelligen. En
daar knijpt het hem. Die tijd hebben we vaak niet of nemen we vaak niet.
Ja, er bestaat ook Wu Shu
Qigong zodat je in staat bent de monitor van je baas op je eigen
hoofd kapot te slaan zonder enig probleem. Maar dit wordt niet door
velen beoefend. (meestal beweegt de monitor zich in de richting van
de baas zijn hoofd)
De bekendste Qigong
scholen zijn Daoistische, Boeddhistische en Medische Qigong. Je hebt
ook nog Externe Qi Qigong (voor het uitsturen van Qi t.b.v. het helen
van een patient).
Empty Force maakt gebruik
van dezelfde principes - echter mensen rond laten vliegen is een
hoofdstuk apart ;-)
Terug naar de vechtkunst.
Alles is gebaseerd op Yin en Yang. Het Yinne deel van Taiji is het
gezondheids en meditatieve aspect. Het Yange deel de
gevechtsapplicaties e.d.
Beide zijn nodig om beide
goed te doen laten functioneren. Zie ook de vijf principes van Yin en
Yang welke eerder via het forum is verstuurd.
"Tàijí
Quán is in de eerste plaats een vechtkunst" zegt meester
Feng Zhiqiang in T'ai Chi magazine vol. 25, nr 5. "Als basis is
het beoefenen van Tài Jí voor de gezondheid essentieel.
Echter om een hoog niveau te bereiken moet je Tài Jí
beoefenen als martial art" voegt hij toe in het artikel op
pagina 12.
Steeds meer (oude)
meesters maken zich zorgen over het behoud van Taiji. Omdat veel
studenten niet meer bereid zijn om hard en geconcentreerd te oefenen
en omdat de nadruk te veel ligt op het gezondheidsaspekt, dreigt de
essentie van deze vechtkunst te verdwijnen.
Boeken lezen is
interessant, maar is geen groei. Wanneer je lang een vechtkunst hebt
beoefend, ben je in staat om iets van jezelf toe te voegen of zelfs
dingen te verbeteren. Dit wordt dan weer doorgegeven aan eventuele
leerlingen, etc. Hierdoor groeit een vechtkunst.
Taiji is ontstaan door
eeuwenlang experimenteren, verfijnen en verdiepen. Iedere latere
meester heeft zijn/haar deel toegevoegd. En juist dat aspekt
verdwijnt. Het blijkt dat vooral westerlingen voor het snelle gaan.
D.w.z. snel resultaat, snel moeilijke dingen doen, snel weer naar een
andere attractie. Ook in China daalt de interesse, daar zij graag het
snelle en vooral commercieel 'succesvolle' westen willen nadoen.
Competitievormen zijn
uiteraard niet eenvoudig en zijn bedoeld voor atleten. Voor de
essentie van een vechtkunst is daar geen ruimte. Daar haal je geen
medailles mee.
Ook speelt mee dat de
oude meesters die nog leven wel veel 'informatie' geven, maar de
echte diepgang achter houden. Voor deze meesters moet een student
geinteresseerd, enthousiast, respectvol en loyaal zijn. In de Chinese
Martial Art kringen is er een gezegde: "A student will look for
a good master for three years, and a master will test a student for
three years".
Een andere is: "A
master would prefer to spend ten years finding a good and trustworthy
student instead of spending three years teaching ten untrustworthy students."
Iedere student bereikt op
een bepaald moment het "niveau" dat hij of zij de meester
niet zo interessant meer vindt en dat de meester eigenlijk niet
zoveel kan in hun ogen.
Dit is een normaal
onderdeel van de groei. Echter het is jammer dat zo velen hier
blijven steken en niet verder gaan. Het is namelijk een drempel waar
de student overheen moet gaan. Een drempel van zijn/haar eigen groei.
Cohen noemt het in zijn boek de 'Melkmuil fase'.
Veel Chinese meesters
praten veel, maar zeggen weinig. Dit is prima voor een oppervlakkig
niveau. Weinig zeggen en veel (laten) doen is beter, maar lastiger
voor de student. (Zie je ook hier een Yin Yang principe?). Eerst de
student testen en dan pas geheimen vertellen.
Goed, terug naar de
vechtkunst. Taiji bestaat uit 37 hoofdvormen. Deze vertegenwoordigen
meer dan 250 gevechtstoepassingen. Alle variaties zijn dan nog niet
meegeteld omdat deze vaak persoonlijk zijn. Je weet wel, ieder heeft
zo z'n eigen favoriete techniek.
Technieken beslaan
slagen, stoten, schoppen, worpen, klemmen, drukpunten, etc.
Let wel: Taiji is geen
aanvallende vechtkunst. Je gebruikt de kracht van de tegenstander.
2. Het beoefenen van
de gevechtstoepassingen verbetert je bewegingen en het begrip.
Dit is waar. Velen die de
gevechtstoepassingen beoefenen voelen dat hun stand, zwaartepunt en
houding vaak niet correct zijn en passen dit aan.
Dit komt je houding, je
beweging en je gezondheid ten goede. Een betere Qi en Bloed stroom is
belangrijk voor je lichaam.
Het spreekt voor zich dat
het soms heel verhelderend kan werken als je weet wat een beweging voorstelt.
"Maar", zul je
zeggen, "waarom dan niet gelijk vechten?". Simpel. Als je
gelijk gaat "vechten" wordt het lichaam nooit ontspannen en
stroomt de Qi nooit vrij door het lichaam. In Taiji is het belangrijk
dat je relaxed, met minimaal benodigde spierkracht en gebalanceerd beweegt.
Dan is het lichaam in
staat om adequaat te reageren op veranderingen. Een wilgentak buigt
toch veel beter mee dat een stugge eikentak? De laatste breek onder druk.
3. Iedere stijl lijkt
anders, maar de principes zijn hetzelfde.
Iedere grootmeester had
zijn eigen ideeen over hoe het beste te vechten. Daarbij speelde zijn
eigen lichamelijk en geestelijke vermogens ook een rol. Dit zie je
duidelijk als je de Chen-, Yang-, Wu- en Sunstijl naast elkaar zet.
Zelfs als je de
verschillende Yangstijlen naast elkaar zet zie je verschillen.
Ze hebben echter 1 ding
gelijk: de principes van Yin en Yang, Taiji dertien, de vijf
transformaties, etc.
Het uiterlijke vertoon
mag anders zijn, maar het is allemaal een manifestatie van hetzelfde.
Dus geen enkele stijl is
beter dan de andere. Ze zijn alleen verschillend van uiterlijk. Een
stoot volgens de Chenstijl is net zo pijnlijk als een stoot volgens
de Yangstijl.
4. Verandering is waar
het om draait.
Bij Taiji gaat het er
niet om een harde knal te kunnen verkopen. Dit is zeer eenvoudig en
eigenlijk beneden de stand van een Taiji-beoefenaar.
Bij Taiji gaat het er om
mee te kunnen veranderen ongeacht de situatie. Yin en Yang in elkaar
over te laten gaan op het juiste moment, je balans bewaren, etc. Of
dit nu een gevecht is of je leven. Op de juiste manier omgaan met
verandering is belangrijk.
5. Hoe zit het dan met
de Yangstijl 43 vormen?
Dat is een traditionele
stijl. Jiang Yu Kun (die het heeft ontwikkeld) was meer een vechter
dan een gezondheidsguru. Meester Jiang was hard met zijn leerlingen
en liet zeker niet iedereen toe. Zwakke leerlingen werden niet
toegelaten omdat deze zijn lessen toch niet konden volhouden.
Meester Tang Wei is lang
bij Jiang Yu Kun in de leer geweest. Meester Tang is op z'n 67e zeker
niet zachthandig, maar niet zo hard als zijn leraar. Immers je houdt
geen Westerling over op de les ;-))
Maak je geen zorgen, deze
hardheid zal niet door ons worden toegepast in de reguliere lessen :-))
Hiervoor zullen speciale
lessen worden gegeven...
"The only way is no
way - the only limitation is no limitation"
Bruce Lee over zijn
vechtkunst Jeet Kune Do.
Taiji is overigens een
belangrijk fundament voor Jeet Kune Do. Verrassend? Nee, het is
immers gebaseerd op Dao.
Taiji = het grootste
ultieme. Het wordt als afkorting gebruikt voor de vechtkunst die op
dit principe is gebaseerd.
Taiji Quan = de grootste
ultieme vuist
Taiji Dao = de grootste
ultieme sabel
Taiji Jian = het grootste
ultieme zwaard
etc.
© 2001 Copyright Long Feng Taiji - Augustus 2001.